Van vorig jaar herinnert iedereen zich nog de beelden van een enorme verkeerschaos bij het Gasselterveld. Op warme dagen – en dat waren er nogal wat – was het verschillende malen raak. De wegen zaten volledig verstopt, voor hulpdiensten was er geen doorkomen aan, inwoners van Gasselte konden niet op een ‘normale’ manier hun dorp bereiken en nadat iedereen weer vertrokken was lag het strand rond de voormalige zandafgraving bedolven onder gigantische hoeveelheden achtergelaten troep. Staatsbosbeheer en het gemeentebestuur van Aa en Hunze zijn al een tijd met elkaar in gesprek om de problemen bij het Gasselterveld op te lossen. De eerste zestig bomen zijn inmiddels gekapt, maar dat vindt de betrokken boswachter niet erg, want er komen volgens hem elders bomen voor terug. ‘Bij bomenkap komt altijd emotie kijken,’ zegt hij naar aanleiding van boze reacties op sociale media. Betaald parkeren zal een belangrijk deel van de oplossing worden. Willen we dat in Drenthe? Moet straks op meer plaatsen betaald worden om van een mooie omgeving te kunnen genieten? Staan er binnenkort ook parkeerautomaten bij het Balloërveld? Is dat het toekomstperspectief van Drenthe, of kunnen we iets beters bedenken om de recreatiestromen te reguleren en binnen de perken te houden? Hoe dan ook; de recreatieve activiteiten zullen minder belastend moeten worden voor de natuur.

Vorig jaar was het hier extreem druk. Blijkbaar was deze provincie een goede corona-reservebestemming. Marketing Drenthe blij. ’t Recreatieschap blij, de RECRON blij en de provincie blij. Vooral de provincie was blij. In Assen willen ze niets liever dan Drenthe in de top van Nederland als het gaat om de vrijetijdseconomie. Daar wordt al jaren naar gestreefd. En nu maar hopen dat we al die bezoekers van vorig jaar definitief aan ons kunnen binden. Dat ze dit jaar terug zullen komen. Genoemde organisaties doen hun uiterste best. De initiatieven rollen over elkaar heen.

Op het gemeentehuis van Aa en Hunze is inmiddels een nota over recreatie en toerisme in de maak als onderdeel van een visiestuk over economie. In het document worden de recreatief-toeristische ambities van de gemeente geformuleerd. Een goede zaak, maar laat het nou eens niet vooral gaan over groter, beter, meer en dat soort kwalificaties. Laat het vooral gaan over kwaliteitsverbetering en behoud van alles wat Drenthe zo prachtig maakt. Over het eigene van deze provincie. Over wat vooral ook Aa en Hunze te bieden heeft. En laat het ook gaan over de vraag of we binnen de gemeente nog wel zo nodig moeten groeien wat de toeristische accommodaties betreft en waar dat dan moet gebeuren. Misschien zijn er wel grenzen aan de groei. Ook die vraag moeten alle betrokkenen onder ogen durven zien.

De actualiteit stelt ons niet gerust. Opnieuw als voorbeeld het Gasselterveld. Er zijn plannen om daar, vlakbij de N34, een groot hotel te bouwen in combinatie met 70 bungalows. Het nu van toepassing zijnde bestemmingsplan begrenst het aantal toegestane bungalows op vierenvijftig. Het nieuwe resort krijgt straks in z’n totaliteit een capaciteit van zo’n zeshonderd bedden. Het hotel-restaurant wordt een massief, vier bouwlagen groot complex. Opvallend in de plannen is de passage waarin opgemerkt wordt dat er zichtlijnen komen, waardoor het pand vanaf de N34, de Hunebed Highway, duidelijk zichtbaar is. De plannenmakers zijn blijkbaar trots op wat ze bouwen, maar zijn ze zich voldoende bewust van de aantasting van de landschappelijke kwaliteit? Waarom staan ze er niet eens wat nadrukkelijker bij stil dat met het verkwanselen van de Drentse rust en ruimte de bekende kip met de gouden eieren wel eens geslacht zou kunnen worden.